Leerdoelen:
Je kent de betekenis van de volgende begrippen:
Proton, Neutron en Elektron.
Atoomnummer.
Massagetal
Atomaire massaeenheid.
Je kan de samenstelling van atomen afleiden uit het massagetal en het atoomnummer.
Je kan uitleggen hoe je deeltjes met een verschillende massa van elkaar kunt scheiden.
Bestudeer blz 144+145 en maak opdracht 2+4+5+11Â
Maak van bijgevoegde PDF opgave 1+2 (link naar antwoorden vindt je in de pdf bovenaan). De rest van de opgaven zijn goede opgaven om voor je toets te oefenen.
Leerdoelen:
Je kent de volgende begrippen:
Je kan de vervalvergelijking opstellen bij radioactief verval.
Je kan afleiden wat er in de kern gebeurt bij radioactief verval.
Je kan uitleggen welke kernreacties er behalve vervalreacties kunnen optreden.Â
Bestudeer blz 150+151 en maak opdracht 17-24
Leerdoelen:
Je kent de betekenis van de volgende begrippen:
Vervalkromme
Halveringstijd
Je kan de halveringstijd met behulp van een grafiek bepalen en je kan rekenen met de formule voor de halveringstijd.
Je kan uitleggen hoe radioactief verval gebruikt kan worden bij ouderdomsbepalingen.
Je kan beredeneren hoe de vervalkromme eruitziet van een radioactieve stof die ontstaat uit het verval van een radioactieve stof.
Bestudeer blz 156+157 en maak opdracht 31-39
Leerdoelen:
Je kent de betekenis van de volgende begrippen:
Activiteit
Becquerel
Je kan rekenen met de gemiddelde activiteit en kan de activiteit bepalen met behulp van een vervalkromme.
Je kan de massa van een hoeveelheid stof bepalen aan de hand van de activiteit.
Je kan uitleggen wat het verband is tussen de activiteit en halveringstijd.
Bestudeer blz 162+163 en maak opdracht 43-51
Maak opgaven 7+8+10+11 van de extra opgaven in de pdf van les 4.5.1
Leerdoelen:
Je kent de betekenis van de volgende begrippen:
Doordringend vermogen.
Halveringsdikte.
Intensiteit.
Dracht.
Je kan de intensiteit berekenen als de begin-intensiteit, de dikte en de halveringsdikte zijn gegeven.
Je kan de dikte en de halveringsdikte berekenen met gegeven intensiteiten van straling.
Je kan de verschillen in het doordringend vermogen van verschillende soorten straling verklaren.
Bestudeer blz 168+169 en maak opdracht 57-64