Belangrijk: Neem voor dit hoofdstuk je Binas elke les mee !!!!
Belangrijk: Neem voor dit hoofdstuk je Binas elke les mee !!!!
Leerdoelen:
Je kent de betekenis van de volgende begrippen:
Stofeigenschap
Kleur, geur, oplosbaarheid, brandbaarheid, dichtheid en geleiding van elektriciteit.
Fase en faseovergang.
Vast, vloeibaar en gasvormig.
Smeltpunt en kookpunt.
Je kan van verschillende stoffen een aantal eigenschappen noemen en aan de hand van eigenschappen stoffen herkennen.
Je kan nagaan wat de fase van een stof bij een bepaalde temperatuur is.
Maak opdracht 1-11
Bekijk alle filmpjes.
Plaats de juiste faseovergang en het juiste filmnummer bij de juiste pijl.
Voor de faseovergangen kan je kiezen uit:
Rijpen, Smelten, Condenseren, Sublimeren, Stollen, Verdampen.
Maak opdracht 12-19
Het filmpje is ter ondersteuning. Het kan dat er extra dingen worden besproken die niet binnen je eigen lesstof vallen. Maar veel van wat behandelt wordt kan je zeker gebruiken ter voorbereiding van je toets.
Leerdoelen:
Je kent de betekenis van de volgende begrippen:
Volume
Massa
Dichtheid
Drijven, zweven en zinken.
Je kan rekenen met de formule voor dichtheid.
Je kan eenheden van dichtheid omrekenen en aan de hand van de massa en het volume bepalen van welke stof een voorwerp is gemaakt.
Je kan beredenen of een voorwerp op een bepaalde vloeistof blijft drijven of niet.
Maak opdrachten 22-29
Leerdoelen:
Je kent de betekenis van de volgende begrippen:
Materiaal.
Geleider en isolator
Technische eigenschap
Verspaanbaarheid, corrosiebestendig, verbinden, vervormen
Verven, verzinken, verchromen, impregneren en olien.
Je kan bij elke materiaaleigenschap een voorbeeld van materiaal noemen.
Je kan beredeneren welke eigenschappen een materiaal geschikt maken voor een bepaalde toepassing.
Je kan bij het ontwerpen of maken van een product uitleggen welke materialen geschikt zijn.
Maak opdracht 48 - 56
Leerdoelen:
Je kent de betekenis van de volgende begrippen:
Erts, grondstof, transport, productie, uitputting, lozing, verontreiniging, duurzaam, milieu, hergebruik, recycling en restafval.
Je kan verschillende manieren van hergebruik en recycling van afval noemen.
Je kan uitleggen op welke manieren de productie, het gebruik en de verwerking van producten duurzaam kunnen zijn.
Je kan verschillende manieren van productie, gebruik en verwerking uitleggen welke het meest duurzaam zijn.
Maak opdracht 58-69